De Rode Loper
Blijf op de hoogte en volg Stef
01 November 2015 | China, Sjanghai
Na Zuid-Korea vloog ik door naar Taipei, de hoofdstad van Taiwan. Na een aangename maaltijd en een rustig eerste gedeelte van de vlucht nam de turbulentie steeds meer toe naarmate we de bestemming naderden. Schuimende koppen op de golven voor de kust en harde windvlagen bij de landing waren een voorbode voor de rest van de tijd in Taipei. In Nederland zouden we het een storm noemen, in Taiwan is het niet meer dan een briesje. Dit is één van de meest beruchte gebieden in Azië wat betreft orkanen en tyfoons.
Waar ik al snel achter kwam, is dat Taipei ook één van de vriendelijkste, meest verwelkomende hoofdsteden is waar ik geweest ben. Als je de weg vraagt aan een lukrake voorbijganger is de kans groot dat je een persoonlijke toer met uitleg naar je bestemming krijgt. In een restaurant of koffiehuis is er altijd wel iemand die een kort gesprek aanknoopt. Mensen lopen door de straten met een tevreden uitstraling. Het lijkt soms alsof iedereen een lichte glimlach op zijn of haar gezicht heeft.
Taipei is daarnaast een moderne stad, met goede voorzieningen en een efficiënt metronetwerk. Het rondreizen hier kostte dus weinig moeite. Ook qua filmen, was het een prettige plek om te zijn (afgezien van de wind). Vrijwel alles dat ik tegenkwam, kon zonder problemen in beeld gebracht worden, en als het eigenlijk toch niet was toegestaan werd er vriendelijke gevraagd of ik wilde stoppen (of stilletjes een oogje toegeknepen). Voor Taiwan is ook geen visum nodig. Als Nederlander (net als de meeste Westerse nationaliteiten) krijg je bij aankomst een stempel in je paspoort gedrukt waarmee je 90 dagen kunt blijven. De rode loper wordt in veel opzichten dus uitgerold.
Maar niet alleen voor Westerlingen staat de deur (wagenwijd) open, ook voor Chinezen van het vasteland is het vandaag de dag makkelijker om Taiwan te bezoeken. Bij veel toeristische trekpleisters wemelde het van de toergroepen. Een interessant tafereel dat zich bij veel van deze plaatsen afspeelde, waren vrijwilligers van diverse groeperingen die de Chinese toeristen voorzichtig en beleefd probeerden te benaderen. Denk hierbij aan actiegroepen voor een onafhankelijk Taiwan, democratie bevorderende instellingen, en het meest zichtbaar en aanwezig leden van de in China verboden Fal*n G*ng (ja, ik censureer ook maar) beweging. Hoewel Taiwanezen en Chinezen dezelfde taal spreken, werden de meeste toespelingen genegeerd. Wellicht uit angst voor consequenties bij thuiskomst, of omdat er in China een enorme tegenbeweging is opgezet door de overheid die de burger 'een ander verhaal' heeft voorgeschoteld. Het contrast, en alles wat dat qua geschiedenis en politiek kon symboliseren, was fascinerend. De enkele vastelander die een kort gesprek durfde aan te knopen, keek schuchter om zich heen, met een ongemakkelijke lach op zijn of haar gezicht.
Er waren momenten dat ik het gevoel had in een echt China was beland, hoe cliché dat misschien ook mag klinken. Een bezoek in de vroege ochtend aan een tempel was prachtig. Mensen komen dagelijks bijeen om gezamenlijk uit oude werken te lezen, en samen te zingen. Religie is nog steeds een belangrijk onderdeel van de Taiwanese maatschappij, een mix van Boeddhisme en Taoïsme, en daarnaast kennen de oorspronkelijke inwoners van het eiland hun eigen volksreligies. Het verschil met het vasteland was opnieuw indrukwekkend, waar de meeste tempels toch vooral dienst doen als decor om selfies te nemen, of complete bruidsreportages te maken (excuses voor de licht sarcastische ondertoon).
De skyline van de stad is imponerend, vooral vanaf de bergen rondom de stad, of vanuit de 'Taipei 101' toren. Deze laatste kent niet alleen een fantastisch uitzicht over Taipei, maar is ook een groot kantorencomplex, huist een enorm winkelcentrum, en, niet onbelangrijk, heeft een geweldig 'food court'. Van (echte) hamburgers tot sushi of Indiase curry, zo'n beetje alles wat de keukens van de wereld voortbrengen, was hier te vinden. Hoewel ik het observatiedek slechts éénmaal bezocht, kwam ik drie keer terug voor het eten.
Taiwan behoort tot één van de meest welvarende landen van Azië, onderdeel van de groep 'Aziatische Tijgers' die in de jaren '90 en het begin van het nieuwe millennium de toon zetten op het continent. Maar in de laatste jaren behoort de groei tot de laagste van de regio, en stapelen de problemen zich op. Afnemende buitenlandse investeringen, een vergrijzende bevolking, toenemende ongelijkheid, en relatief lage inkomens (ter vergelijking, in Zuid-Korea is het gemiddelde inkomen bijna drie keer hoger). Daarnaast zijn er ook op politiek gebied ontwikkelingen gaande die de toekomst van Taiwan ongewis laten. Zo is de huidige president voorstander van nauwere banden met het vasteland, maar dan vooral op economisch en cultureel gebied. Het woord 'hereniging' lijkt in Taiwan nog steeds als scheldwoord te worden beschouwd.
Ik had een vlucht geboekt op maandagochtend 7 uur, met Cathay Pacific, van Taipei naar Hong Kong, de volgende bestemming. De bedoeling was om vroeg aan te komen zodat ik diezelfde ochtend een nieuw visum voor China kon aanvragen. Het leek allemaal voorspoedig te gaan. Ik kon de eerste bus naar de luchthaven nemen (om 4 uur), en bij het inchecken werd zelfs gevraagd of ik met een vlucht eerder mee wilde gaan (Cathay vliegt 's ochtends bijna ieder uur naar Hong Kong). Door de douane en naar de gate. Iets later lichte consternatie. Mensen liepen plotseling weg, sommigen met een geïrriteerde blik in hun ogen. Toen werd omgeroepen wat ik al vreesde, de vlucht werd tot nader order vertraagd, wegens 'technisch onderhoud'.
In de drie uur die volgden, werd ik (samen met verbijsterde groepen medepassagiers) van de ene naar de andere gate gestuurd ('van hot naar her' is beter uitgedrukt). De oorspronkelijke vlucht van 7 uur zag ik aan mijn neus voorbijgaan, en ook de twee vluchten erna zaten vol (het voelde alsof oude tijden herleefden, toen ik op 'standby' tickets vloog). Uiteindelijk stapte ik iets na 10 uur dan toch in een Airbus richting Hong Kong, om een kleine anderhalf uur later te landen. Door de lange vertraging (en extra gedoe omdat mijn rugzak pas met een latere vlucht meekwam) kon ik niet op tijd bij het visumbureau zijn. Een lokale vrije midweekse dag zorgde er bovendien voor dat ik het nieuwe Chinese visum niet op donderdag, maar de maandag erna pas kon ophalen. Een kleine kink in de kabel dus, hoewel een week wachten in Hong Kong gelukkig ook niet het eind van de wereld is. Schouderophalend en licht glimlachend richting de volgende episode van deze reis dus maar.
Hong Kong is waarschijnlijk de plaats waar mijn reislust en interesse in Azië geboren is. Het is de stad waar ik de eerste lange reis met mijn ouders en zus naartoe maakte, en in de jaren die volgden meerdere keren ben geweest, om over te stappen of te bezoeken. Een stad met de meest imponerende skyline ter wereld, fantastisch eten, multicultureel, een bijna perfecte mix van Oost en West. Nu onderdeel van China maar nog steeds een speciale regio, zowel economisch als politiek. 'Eén land, twee systemen' is hoe Hong Kong vaak getypeerd wordt.
Ik liep veel rond, en besloot iets meer te experimenteren met timelapse video's (het resultaat was niet altijd even succesvol moet ik toegeven). Vijf jaar geleden heb ik een groot gedeelte van de stad al gefilmd, en het leek me verstandig (en leuk) wat nieuwe plaatsen te zien en technieken te proberen. Ik bezocht de universiteit, paardenraces, een uitkijktoren in Kowloon. Maar ook de meer klassieke plekken zoals de Victoria Peak, Kowloon, Hong Kong Central, en de drukke Victoria Harbor, een schouwspel van ferry's, zeeschepen, speedboten, en cruise schepen waar je oneindig lang naar kunt staren, met de skyline van de stad als achtergrond. Een kort bezoek aan de containerterminal duurde uiteindelijk bijna een hele dag, vooral omdat ik het geluk had een kantorengebouw in te lopen op zondag. Vrijwel alle kantoren bleken gesloten, de bewaking was meer geïnteresseerd in hun smartphones, maar een balkon en uitkijkpost op de 18e verdieping waren open. Een geweldig uitzicht over de drukke containerhaven, en een uitgelezen plek om een paar timelapses te maken.
Hoewel mijn paspoort bij de Chinese ambassade lag, kon ik met een tweede paspoort (dat ik eerder had aangevraagd, onder meer voor dit soort situaties) wel een dagtrip naar Macau maken. De oude Portugese kolonie is vandaag de dag beter bekend als gokparadijs voor vastelanders. Het oude 'Lisboa Casino' is inmiddels een mini versie van de nieuwe, enorme complexen die zijn verrezen op Macau Island en het met zand opgespoten 'Cotai', wellicht te beschouwen als een Chinese versie van de Las Vegas strip. Het was apart om de gebouwen van buiten te bekijken, maar eenmaal binnen belandde je in bijna surrealistische taferelen. Enorme hallen waar alle mogelijke gokvormen te vinden waren, van pokertafels tot elektronische en traditionele gokkasten. Bevolkt door enthousiaste, opgewonden, of gedesillusioneerde Chinezen. De hotellobby's leken paleizen, het aangrenzende winkelcentrum was gebouwd als imitatie van Venetië (eveneens de naam van dit complex), onder een (kunstmatige) azuurblauwe hemel, 24 uur lang.
Afgelopen dinsdag was het eindelijk zover. Het visum was binnen, een treinkaartje naar Guilin de dag ervoor gekocht, tijd om weer richting China te gaan. Per taxi, lokale trein, een heel stuk lopen bij de grens met Shenzhen, metro, een hogesnelheidstrein, bus, en uiteindelijk een motor belandde ik dezelfde avond in Yangshuo, onder de (figuurlijke) rook van Guilin. De hoop was om het staartje van de rijstoogst te zien en te filmen.
De volgende ochtend stond ik klaar om per fiets op pad te gaan, maar al vrij snel werd duidelijk dat de weergoden hadden besloten roet in het eten te gooien. De regen kwam met bakken uit de lucht vallen. Een flink ontbijt en twee uur wachten later leek het op te klaren, dus besloot ik alsnog op pad te gaan. Het eerste gedeelte was niet bijster succesvol, evenmin leuk. Ik had al gelezen dat Yangshuo (vergeleken met een aantal jaar terug) een transformatie had ondergaan. Chinese toeristen schenen het ooit rustige dorp aan de Li rivier ook ontdekt te hebben, als uitwijkhaven van het drukke Guilin. De hoofdstraat was veranderd van een plek met rustige guesthouses en kleine restaurants in een straat met karaoke bars en discotheken. Gelukkig had ik een hotel gekozen aan de rand van het dorp, maar ook hier zag ik boeren in gesprek met mannen in pak. Ontwikkelaars, ongetwijfeld, en een voorbode voor de toekomst van Yangshuo.
Ik fietste in eerste instantie vooral over stoffige wegen die half in aanbouw waren. Toen ik eindelijk een afslag naderde richting een rustigere weg begon het achterwiel van de mountainbike ineens flink aan te lopen. Een halve minuut gebeurde het onvermijdelijke. Met een enorme knal spatte de band uit elkaar. Zelfs de wegwerkers, doorgaans onverstoorbaar, leken ervan te schrikken. De rest van de middag bracht ik door wachtend op een lift terug naar Yangshuo.
Waar het de eerste dag in Yangshuo redelijk tegenzat, had ik de dag erna het geluk aan mijn zijde. Ondanks de weersvoorspellingen (onweer en plensbuien) besloot ik dit keer een brommer te huren, om een groter gebied te kunnen bestrijken, en sneller terug te zijn als het inderdaad hard ging regenen. Achtereenvolgens kwam ik een klein groepje mensen tegen dat rijst aan het oogsten was, een sinaasappelgaard, fotogenieke wegwerkers, een kleine fabriek waar marmer werd gemaakt, een ploegende tractor, dorpelingen die schuilden voor de regen (die inderdaad niet uitbleef), en nog een paar onderwerpen. Een kleine goedmaker voor de dag ervoor dus.
De reis van Yangshuo naar Shanghai (een behoorlijke afstand) bracht ook weer de nodige variatie aan vervoersmiddelen met zich mee. Opnieuw de motortaxi, een bus, taxi, weer een hogesnelheidstrein, een metro en een stuk lopen naar een hotel nabij de Yuyuan tuinen, waar ik rond 11 uur 's avonds aankwam. Gisteren bracht ik door rondom de Bund en Nanjing Road, het epicentrum van het toeristische Shanghai, en qua populariteit vergelijkbaar met de Verboden Stad en de Chinese Muur. Vanochtend had ik een goed excuus om te 'schuilen' voor de regen, maar nu wordt het tijd om de kleine rugzak in te pakken en iets te gaan verzinnen om te doen vandaag. De zonnebril ingeruild voor een regenjack en paraplu. Hopelijk van korte duur.
Hartelijke groet, uit Shanghai,
Stef
-
03 November 2015 - 14:59
Marian Gielens:
Hoi Stef.
Wat een enerverend reisverslag weer.
Leuk om te lezen.
Je maakt wat mee !!
Nog een hele goede reis en de hartelijke groeten
Vanuit een zonnig koog ad zaan.
Marian gielens -
05 November 2015 - 23:32
Suus:
Don't put your camera in your bag and expect that next day you have the right picture. It is all about logistic's, (qoute) David Yarrow, die vanavond bij Umberto Tan te gast is. Hij maakt foto's van wilde dieren ( o.a) en weet ze heel dicht te benaderen. Spectaculaire beelden. Daar moest ik aan denken, toen ik je reisverslag las. Wat een voorbereidingen en wat een organisatie is er nodig om deze plekken allemaal te bezoeken, te weten wat er gaande is en dan ook nog de beelden te kunnen maken die je graag wilt hebben. Weer of geen weer ... Mooi verslag Stef en wat een verschillen zijn er toch in Azie tussen allen regio's en landen. Interessant ! En dan Taiwan, ook zo apart dat het Boeddistisch en Taoistisch is gebleven, en dat je dat ook goed kunt waarnemen.
Bedankt voor je mooie verslag ! Benieuwd naar de beelden en het vervolg!
Hartelijke groeten, Suus
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley