Het Zwarte Goud
Blijf op de hoogte en volg Stef
15 Mei 2013 | Azerbeidjan, Bakoe
Waar ik de afgelopen week voor mijn gevoel vooral tijd in de trein, metro en lokale bussen van Baku heb doorgebracht was gisteren een dag van taxi's, niet uit gemakzucht maar omdat het onvermijdelijk was. De stad is uitgestrekt en de plaatsen waar ik moest zijn lagen ver uit elkaar, en hoewel de straten structureel gevuld lijken te zijn met een eindeloze stroom van Toyota Landcruisers, Mercedessen, Porsches en BMW's was het openbaar vervoer geen optie.
De reis leek in een stroomversnelling te komen nadat ik maandagochtend een allerlaatste, maar succesvolle, poging had gewaagd het eerder aangevraagde Turkmeense visum af te halen bij de ambassade in Baku. De hoop dat ik tijdens deze reis door Turkmenistan zou kunnen reizen was eigenlijk vervlogen, nadat bleek dat de papieren die ik bij het consulaat in Istanbul had aangevraagd niet waren doorgestuurd naar Baku. Omdat de data van het doorreisvisum vast staan (5 dagen vanaf 17 mei), de ambassade alleen op maandag en vrijdag visa gerelateerde zaken regelt, en de sporadische informatie op internet over de boot naar Turkmenbashi (de grootste havenstad van het land) niet bepaald betrouwbaar leek, was maandag een dag waarop de beslissing zou vallen. Dat was althans de gedachte.
Eigenlijk begint dit verhaal ruim een week geleden, toen ik vanuit het bergplaatsje Kazbegi in het noorden van Georgië terug naar Tbilisi reisde en een aantal uur later door naar Baku, per nachttrein. Waar ik een vervallen Sovjet trein verwachtte aan te treffen, rolde er een gloednieuw, weliswaar Russisch, model het station binnen, voorzien van schone bedden in ruime coupés, en lachende Azerbeidjaanse conductrices. De trein was hooguit voor een kwart gevuld en ik deelde een compartiment met een lasser uit Baku die een aantal jaar in Georgië onderhoudswerkzaamheden aan de Baku-Tbilisi-Ceyhan pijpleiding had verricht, in opdracht van BP. Gedurende de reis vormde zich een klein groepje met ‘lotgenoten’, twee Azeri’s, een Oekraïner, en zowaar een Nederlandse jongen uit Utrecht. Er kwamen speelkaarten tevoorschijn, eten stond klaar, terwijl de trein gestaag door het weinig inspirerende landschap ploegde, dat af en toe onderbroken werd door de vergane glorie van een oude Sovjet fabriek.
De douaneformaliteiten namen een aantal uur in beslag, en dat gaf de Azerbeidjaanse reisgenoten voldoende tijd om bier in te slaan voor de rest van de avond, op de grens nota bene. Dat Azerbeidjaan niet het meest strenge moslimland ter wereld is, verbaast niemand, maar dit was wel een heel aparte, en lichtelijk komische, introductie in het land waar niet alleen de olie, maar blijkbaar ook de alcohol rijkelijk kan vloeien. Gelukkig had het bier eerder een verlammend dan een versterkend effect op het gezelschap, waardoor de lichten al snel doofde, en ik op het ritme van de trein in slaap probeerde te vallen, wat af en toe lukte, maar vaak ruw verstoord werd door abrupte stops onderweg.
Bij aankomst in Baku, achttien uur later, besloot ik eerst naar de Turkmeense ambassade te gaan. Hoe eerder ik informatie over het visum zou hebben hoe beter. Het verschil met Tbilisi was direct voelbaar op straat, en eerlijk gezegd beviel het me wel, de mensen oogden vriendelijk, meer Turks dan Russisch (Azerbeidjaans behoort ook tot de Turkse talengroep), en vrij snel zat ik in een bus naar een nieuwe wijk waar voornamelijk ambassades gelegen zijn, waaronder de Turkmeense. Al snel werd duidelijk dat het op woensdag niet ging lukken, de ambassadeur had allerlei vergaderingen gepland, en het personeel dat visa uitgeeft, was niet aanwezig. Vrijdag kon ik terug komen.
Omdat Baku een dure stad is, had ik via Couchsurfing een adres gevonden waar ik kon overnachten. Rashad, een freelance journalist (in een land waar persvrijheid niet bepaald hoog in het vaandel staat), woonde alleen wel ver buiten het centrum, in een klein dorpje aan de rand van de stad, niet op de meest praktische locatie dus. Uiteindelijk de knoop doorgehakt, en per metro en bus afgereisd naar de buitenwijken van Baku, een trip die tijdens het spitsuur twee uur kon duren. Totaal heb ik deze route twaalf keer afgelegd, wat me aan de ene kant veel tijd heeft gekost, maar aan de andere kant een interessant inkijkje heeft gebracht in het dagelijks leven van de gemiddelde Azeri, die niet iedere week in een nieuwe Porsche of Audi rondrijdt, maar alles in het werk moet stellen om een boterham te verdienen.
Vrijdag stond opnieuw in het teken van het Turkmeense visum. Met een onbehaaglijk gevoel dat het avontuur hier gedeeltelijk zou stranden, zat ik vroeg in de overvolle bus naar de metro, om voor 9 uur opnieuw bij de ambassade te arriveren. De goedlachse consul opende iets na half 10 de deur en ik kon als eerste naar binnen. Het eerste waar hij om vroeg, was een autorisatiecode (of –brief) waarmee hij het visum in orde kon maken. De code die ik in Istanbul had aangevraagd, dezelfde code die blijkbaar niet was doorgestuurd naar Baku. Hier begon een dag van grote onzekerheden en frustraties. Met het tijdsverschil van twee uur werd het een hels karwei om het consulaat in Istanbul te bereiken. Hoewel de consulaten en ambassades af en toe contact met elkaar hebben, was Istanbul de hele ochtend offline, wat me niet bepaald hoopvol stemde. Om een langdradig en saai verhaal in te korten, de rest van de dag heb ik tevergeefs geprobeerd met Istanbul te bellen, in lobby’s van internationale hotels, openbare telefoons, mobiele telefoons van behulpzame lokalen op straat, wachtende chauffeurs van bankmanagers en oliebaronnen, en zelfs via Skype. Alles zonder resultaat.
Nieuwe plannen waren snel gemaakt, ik had al direct besloten een Kazachstaans visum aan te vragen (niet alleen buurlanden, maar ook praktisch buren in de ambassade wijk), dat ik dinsdag (gisteren) kon ophalen, een stuk overzichtelijker en efficiënter. Kazachstan zou een alternatieve route kunnen bieden als Turkmenistan definitief niet door zou gaan, en de Dubai/Afghanistan optie te gecompliceerd zou worden. Tijd om iets van de stad te zien in plaats van de plaatselijke binnenshuis architectuur van monotone ambassades te bewonderen.
Het centrum van Baku heeft in de afgelopen jaren een metamorfose ondergaan, voornamelijk gefinancierd met binnenstromende oliedollars. De Baku-Tbilisi-Ceyhan pijpleiding verbindt de Azerbeidjaanse olievelden met Europa en heeft voor een ommezwaai van de destijds kwakkelende economie gezorgd. Dit is vooral zichtbaar in het nieuwe centrum, waar grote internationale hotels en winkelketens elkaar verdringen om de meest prominente plaats aan de uitgestrekte boulevard (Bulvar) in te nemen. Waar je je op het ene moment in Dubai of Monaco waant, ben je op een volgend moment weer in de voormalige Sovjet-Unie. Het metro netwerk is exact hetzelfde ingericht als in Tbilisi en Yerevan, Lada’s en Volga’s kriskrassen overal dwars doorheen, en appartementencomplexen in de buitenwijken zijn vaak van dubieuze kwaliteit. De stad lijkt af en toe een enorme bouwput, op iedere hoek van de straat wordt aan de weg gewerkt, sommige oudere gebouwen worden gerestaureerd, en nieuwe torenflats en winkelcentra verrijzen op plaatsen waar een aantal jaar geleden nog boerderijen stonden. Hoewel veel mensen profiteren van de ‘oil boom’, gaan anderen gebukt onder groeiende prestatiedruk en onderlinge concurrentie op de arbeidsmarkt.
Niet alleen de effecten van de oliedollars zijn overal zichtbaar, ook de olie zelf stroomt letterlijk door de stad. Hoewel de meeste olie offshore wordt gewonnen, is Baku zo’n beetje omsingeld door oude, grote onshore olievelden waarvan de meeste nog werkzaam zijn. Jaknikkers staan letterlijk in achtertuinen van mensen in die in de buitenwijken wonen, wat op sommige plaatsen bizarre taferelen oplevert. Ik heb een aantal van de olievelden van dichterbij proberen te bekijken, maar werd overal vrij snel door politie of beveiligingsmedewerkers weggestuurd.
Maandag werd een dag waarop het oorspronkelijke plan plotseling weer opgepakt leek te worden. Zonder overtuiging ging ik voor de laatste keer naar de Turkmeense ambassade, meer voor de vorm dan met enige hoop dat ik het visum zou kunnen krijgen, en in eerste instantie leek het inderdaad verloren tijd en moeite te worden. Totdat er ineens, via Skype, contact was met Istanbul, een begin. Een uur lang was er overleg met het consulaat in Istanbul en de ambassade in Ankara. Ondertussen hielp ik de consul en zijn assistent met het controleren van het Engels op een uitnodiging voor een conferentie ter ere van de Turkmeens/Azeri diplomatieke relaties. Plotseling rolde er een papier uit een faxapparaat met daarop mijn naam, en de goedkeuring vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken in Ashgabat. Na de benodigde dollars te hebben gedeponeerd bij een lokale bank moest ik vervolgens nog anderhalf uur buiten de ambassade wachten. De consul wilde niet dat de ambassadeur zag dat hij buiten werktijden bezig was visa te verstrekken, maar op een ‘veilig moment’ ging de deur heel even open en verscheen de consul met een grijns op zijn gezicht, en mijn paspoort, met een groengekleurd Turkmeens visum erin, in zijn hand. Missie alsnog geslaagd!
Zoals ik eerder schreef, had ik inmiddels ergens op de Kaspische Zee gehoopt te varen, Baku inmiddels ver achter me latend, en de havenstad Turkmenbashi misschien al in het vizier. Alles leek er gisteren op dat het zou gaan lukken, ik had een ticket weten te bemachtigen, het visum was binnen, er ging een vrachtschip richting Turkmenistan, en ik had net voldoende tijd om ook nog het aangevraagde Kazachstaanse visum op te halen. Er doen allerlei verhalen de ronde over de ferry. Er kan gevaren worden wanneer de boot is volgeladen, maar tegelijkertijd kan het schip voor de haven van Turkmenbashi stranden omdat er onvoldoende ruimte is om aan te meren. Hoewel het in theorie ongeveer een dag varen is, bestaat de mogelijkheid dat je tot vijf dagen voor de kust moet wachten. Met een visum dat slechts vijf dagen geldig is, en 17 mei ingaat, leek de avond van 14 mei vertrekken een redelijke timing. Het kon wat langer duren, en als de bootreis maar een dag in beslag zou nemen, kon ik desnoods in de haven wachten tot de 17e, om dan door de douane te gaan.
Mijn paspoort was inmiddels meerdere malen gecontroleerd en er leek geen vuiltje aan de lucht, totdat de allerlaatste douanebeambte tot zijn (en mijn) schrik zag dat het visum op 17 mei ingaat. Volgens hem en zijn collega word ik op de eerstvolgende boot teruggestuurd door de Turkmeense autoriteiten als ik eerder aankom dan mijn visum geldig is. Omdat het Azerbeidjaanse visum slechts eenmalige toegang tot het land geeft, zou ik daardoor praktisch in een niemandsland terecht komen, waarbij ik beide landen niet meer in zou komen, en er alleen nog een boot naar Kazachstan zou gaan, gemiddeld eens in de twee weken. Een minder dan wenselijke situatie. Er zat dus niets anders op dan de handdoek voorlopig in de ring te werpen en terug te gaan naar Baku, dit keer in een klein hotel in plaats van opnieuw de ellenlange rit naar de buitenwijken af te leggen.
Ik heb de dagen in Baku dus vooral doorgebracht in bussen, metro’s, bij ambassades, op olievelden, en rondom de haven. Inmiddels heb ik al meer tijd besteed aan het voorbereiden van een eventuele reis naar Turkmenistan dan de dagen dat ik daar maximaal kan zijn, en ik hoop dat het alsnog door kan gaan, en de moeite niet voor niets is geweest. De broden zijn inmiddels bijna op, en ook de tomaten gaan hard, de koek en andere versnaperingen bewaar ik voor morgen, als ik (samen met twee Zweden die ik ben tegengekomen) ga proberen alsnog aan boord te gaan van een ferry. Bestemming Turkmenbashi, Turkmenistan, Insha’Allah.
-
15 Mei 2013 - 16:25
Nico En Cock:
Wat een doorzettingsvermogen ! Petje af Stef !!!!
Liefs. -
15 Mei 2013 - 16:27
Gijs:
Ik hoop dat het je gaat lukken!
Houd ons op de hoogte.
Mooi om je te volgen.
Groet Gijs -
15 Mei 2013 - 20:24
Sarina:
Wat schrijf je goed en wat leuk om al je avonturen te lezen! Hoop dat het je gaat lukken!! Veel liefs, Sarina -
15 Mei 2013 - 22:17
Michiel:
Stef, ongelofelijk weer wat je allemaal meemaakt! Succes en plezier in Turkmenistan, ik ga nu even googelen waar dat eigenlijk precies ligt ;) groet, Michiel -
16 Mei 2013 - 09:33
Suleyman:
Genoten weer. -
16 Mei 2013 - 19:55
Fleur:
Hopelijk is het gelukt!! -
20 Mei 2013 - 13:42
Sarah:
Sterkte daar en wat een belevenissen.
Wil dit jaar ook die kant op en via jouw verhalen kan ik een beetje een beeld krijgen van de desbetreffende landen.
Veel reisplezier en sterkte!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley